Gebitsproblemen tijdens en na de zwangerschap komen vaak voor. Veel tandartsen geven zelfs aan dat ze aan het gebit kunnen zien of iemand zwanger is of is geweest. Veelvoorkomende problemen zijn bloedend tandvlees, meer tandbederf en zelfs tandverlies. Misschien heb je de opmerking: ‘ieder kind kost een tand’ ook weleens gehoord. Hoewel dit natuurlijk niet voor iedereen geldt, zit hier zeker een kern van waarheid in. Maar hoe komt dit eigenlijk? En belangrijker nog: hoe kun je deze problemen oplossen of zelfs voorkomen?
De invloed van hormonen
De grootste boosdoener voor deze problemen zijn toch wel de disbalans in hormonen die door de zwangerschap worden veroorzaakt. Iedereen die ooit zwanger is geweest, zal beamen dat hormonen veel invloed kunnen hebben op het lichaam.
Tijdens de zwangerschap maak je bijvoorbeeld het hormoon progesteron aan. Dit hormoon is verantwoordelijk voor het behoud van de zwangerschap. Deze zorgt er immers voor dat de baarmoeder niet vroegtijdig zal samentrekken en er geen vroeggeboorte ontstaat. Helaas ben je dankzij dit hormoon ook gevoeliger voor tandvleesproblemen. Als deze niet tijdig worden aangepakt en er ontstekingen ontstaan, kan dit grote gevolgen hebben voor het gebit en in ernstige gevallen zelfs tandverlies veroorzaken.
Loszittende tanden en kiezen
Als een tandvleesontsteking niet tijdig wordt aangepakt, kan dit uiteindelijk tot loszittende tanden en kiezen leiden. In ernstige gevallen is dan enkel een implantaat nog mogelijk om het probleem te verhelpen. Liever zie je het natuurlijk niet zo ver komen.
Daarom is het belangrijk om al in de zwangerschap extra te letten op je tandvlees. Ervaar je veel gevoeligheid in je mond of bloed je snel tijdens het poetsen en flossen? Dan is het goed om dit extra te laten checken. Sowieso is het verstandig om tijdens de zwangerschap vaker op controle te gaan bij de tandarts. Op die manier kunnen problemen vroegtijdig worden gesignaleerd, zodat je zeker weet dat deze worden aangepakt voordat het erger wordt.
Zodra je merkt dat je tanden losser gaan zitten en beginnen te wiebelen, ben je het laatste stadium eigenlijk al gepasseerd. Als je jong bent en de kaakbot nog stevig is, biedt een implantaat meestal de uitkomst. Op die manier hoef je je niet onzeker te voelen over je gebit en behoud je je oude glimlach.
Indirect effect door de zwangerschappen
Daarnaast is er ook nog een indirect effect door de zwangerschappen. Mogelijk heb je in de zwangerschap bijvoorbeeld meer trek in zoetigheid. Je eet wellicht wat ongezonder, waardoor het gebit het zwaar te verduren krijgt. Ook overgeven kan gevolgen hebben voor het gebit. Dit kan ook na de zwangerschap nog een tijdje aanhouden. Zo zien we bijvoorbeeld dat vrouwen door slaapgebrek en/of het geven van borstvoeding meer gaan snoepen. Als je de hele dag door veel snoept en zoete drankjes drinkt, kan dit de kans op gaatjes en verder tandbederf natuurlijk verhogen.